1.2 Grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd
De baten, lasten en financiële positie voor de periode 2020-2023 zijn geraamd op basis van de grondslagen in tabel 1.12.
Tabel 1.12: Rekenvariabelen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|
Loon- en prijsontwikkelingen (bron: CEP): | ||||
* Goederen en diensten (inkoop), investeringen | 1,4 | 1,5 | 1,8 | 1,7 |
* Subsidies (instellingen) o.b.v. gemiddelden | 2,1 | 1,8 | 2,3 | 2,0 |
* Salarissen | 2,5 | 1,9 | 2,6 | 2,2 |
Rente (gemiddelden): | ||||
* Uitzettingen (schatkistbankieren) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
* Uitzettingen (leningen gemeenten) | 0,7% | 0,7% | 0,7% | 0,7% |
* Uitzettingen (leningen uit publieke taak) | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% |
Overige: | ||||
* Indexering MRB | 1% | 1% | 1% | 1% |
* Voertuigbestand voor MRB | Juli 2019 | Juli 2019 | Juli 2019 | Juli 2019 |
* Circulaire provinciefonds | Mei 2019 | Mei 2019 | Mei 2019 | Mei 2019 |
De loon- en prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB). De ramingen voor de jaren 2020-2023 zijn gebaseerd op het veronderstelde prijspeil van 2020 en voor de salarissen op de CAO 2019-2020. Voor prijsstijgingen in latere jaren is een stelpost Loon- en prijsontwikkelingen opgenomen.