1.1 Financieel overzicht
Overzicht baten en lasten 2020
Het overzicht van baten en lasten is hieronder op programmaniveau weergegeven voor het begrotingsjaar 2020. De programma's zijn onderverdeeld naar programmaonderdelen, een specificatie hiervan vindt u terug in het programmaplan. De autorisatie door Provinciale Staten vindt plaats op het niveau van deze programmaonderdelen.
Tabel 1.1: Saldo van baten en lasten per programma
Lasten 2020 | Baten 2020 | Saldo 2020 | |
---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | 14.052 | -492 | 13.559 |
2 Landbouw, visserij en natuur | 23.469 | -1.810 | 21.659 |
3 Economie | 8.001 | -1.621 | 6.380 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | 8.988 | -10 | 8.978 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | 10.557 | -813 | 9.744 |
6 Mobiliteit | 68.426 | -8.474 | 59.952 |
7 Vernieuwend bestuur | 60.741 | -170.109 | -109.368 |
Saldo | 194.233 | -183.329 | 10.904 |
Saldo reservemutaties | 87.868 | -98.773 | -10.904 |
Geraamd resultaat | 282.101 | -282.101 | 0 |
x € 1.000 |
Detaillering baten en lasten in meerjarenperspectief
Tabel 1.2: Saldo van baten en lasten per programma meerjarig
Saldo lasten en baten per programma | Rekening 2018 | Begroting 2019 na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | 10.109 | 11.189 | 13.559 | 1.439 | 1.081 | 1.065 |
2 Landbouw, visserij en natuur | 18.979 | 22.004 | 21.659 | 19.082 | 15.380 | 15.499 |
3 Economie | 19.831 | 7.643 | 6.380 | 5.781 | 4.929 | 4.929 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | 9.361 | 9.706 | 8.978 | 8.704 | 8.698 | 8.414 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | 7.300 | 9.687 | 9.744 | 7.272 | 7.014 | 6.664 |
6 Mobiliteit | 53.690 | 62.399 | 59.952 | 53.487 | 55.338 | 57.272 |
7 Vernieuwend bestuur | -116.898 | -105.224 | -109.368 | -105.512 | -103.946 | -103.604 |
Saldo van baten en lasten | 2.373 | 17.406 | 10.904 | -9.746 | -11.507 | -9.761 |
Stortingen in reserves | 46.614 | 98.646 | 87.868 | 57.103 | 72.229 | 52.739 |
Onttrekkingen aan reserves | -57.690 | -116.052 | -98.773 | -47.357 | -60.722 | -42.978 |
Saldo reservemutaties | -11.077 | -17.406 | -10.904 | 9.746 | 11.507 | 9.761 |
Geraamd resultaat (- = overschot) | -8.704 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
x € 1.000 |
Tabel 1.3: Lasten per programma meerjarig
Lasten per programma | Rekening 2018 | Begroting 2019 na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | 10.778 | 11.681 | 14.052 | 1.932 | 1.573 | 1.557 |
2 Landbouw, visserij en natuur | 24.026 | 23.712 | 23.469 | 21.122 | 15.880 | 15.499 |
3 Economie | 21.220 | 9.296 | 8.001 | 7.106 | 6.254 | 6.254 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | 9.520 | 9.716 | 8.988 | 8.715 | 8.708 | 8.425 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | 8.050 | 10.579 | 10.557 | 7.745 | 7.487 | 7.137 |
6 Mobiliteit | 63.801 | 71.651 | 68.426 | 61.961 | 63.812 | 65.746 |
7 Vernieuwend bestuur | 49.164 | 61.767 | 60.741 | 63.980 | 68.496 | 72.620 |
Lasten | 186.558 | 198.402 | 194.233 | 172.561 | 172.210 | 177.237 |
Stortingen in reserves | 46.614 | 98.646 | 87.868 | 57.103 | 72.229 | 52.739 |
Lasten inclusief toevoegingen reserves | 233.172 | 297.048 | 282.101 | 229.664 | 244.438 | 229.977 |
x € 1.000 |
Tabel 1.4: Baten per programma meerjarig
Baten per programma | Rekening 2018 | Begroting 2019 na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | -669 | -492 | -492 | -492 | -492 | -492 |
2 Landbouw, visserij en natuur | -5.047 | -1.707 | -1.810 | -2.040 | -500 | 0 |
3 Economie | -1.389 | -1.653 | -1.621 | -1.325 | -1.325 | -1.325 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | -158 | -10 | -10 | -10 | -10 | -10 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | -750 | -892 | -813 | -473 | -473 | -473 |
6 Mobiliteit | -10.111 | -9.251 | -8.474 | -8.474 | -8.474 | -8.474 |
7 Vernieuwend bestuur | -166.062 | -166.991 | -170.109 | -169.492 | -172.442 | -176.224 |
Baten | -184.186 | -180.996 | -183.329 | -182.307 | -183.716 | -186.999 |
Onttrekkingen aan reserves | -57.690 | -116.052 | -98.773 | -47.357 | -60.722 | -42.978 |
Baten inclusief onttrekkingen reserves | -241.876 | -297.048 | -282.101 | -229.664 | -244.438 | -229.977 |
x € 1.000 |
Algemene dekkingsmiddelen
Tabel 1.5: Algemene dekkingsmiddelen (baten)
2018 Rekening | 2019 Na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
a. Provinciefonds | -87.863 | -98.103 | -107.560 | -106.368 | -108.742 | -111.944 |
b. Opcenten MRB | -73.519 | -64.955 | -59.000 | -59.600 | -60.200 | -60.800 |
c. Dividend | -371 | -693 | -379 | -379 | -379 | -379 |
d. Rente | -296 | -141 | -111 | -87 | -62 | -43 |
e. Overig (afwikkelingsverschil) | -434 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | -162.483 | -163.892 | -167.050 | -166.434 | -169.383 | -173.166 |
x €1.000 |
a. Provinciefonds
De uitkering uit het Provinciefonds is een vrij besteedbare uitkering die alle provincies van het rijk ontvangen. De hoogte van de uitkering wordt mede gebaseerd op de mogelijkheden die de provincies hebben om in eigen inkomsten (belastingen en vermogensinkomsten) te voorzien. De Provinciefondsuitkering groeit of krimpt jaarlijks mee met de ontwikkeling van de rijksuitgaven (het zogenoemde ‘samen de trap op en samen de trap af’-principe). Dit houdt in dat rijksombuigingen of -beleidsintensiveringen doorwerken in de hoogte van de Provinciefondsuitkering. De in deze begroting geraamde uitkeringen voor 2020 en volgende jaren zijn gebaseerd op de Meicirculaire 2019. Daarnaast is geanticipeerd op het effect van de overschrijving van circa 72.500 leaseauto's van Flevoland naar Noord-Holland per 1 mei 2019 (de lagere belastingcapaciteit wordt deel gecompenseerd in het Provinciefonds). Dit effect kon niet worden verwerkt in de meicirculaire.
b. Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB)
Op grond van de Provinciewet heft de provincie een opslag (opcenten) op de motorrijtuigenbelasting (MRB). Het Rijk stelt hiervoor jaarlijks de maximale hoogte vast. Daarbinnen bepaalt de provincie zelf het tarief. De begrotingsraming is gebaseerd op het voertuigenoverzicht per 1 juli 2019. Als gevolg van de overschrijving van circa 72.500 leaseauto's van Flevoland naar Noord-Holland op 1 mei 2019 is de opbrengst per jaar gemiddeld zo'n € 15,5 mln. lager dan voorheen. Daarnaast hebben zich andere kleinere mutaties voorgedaan in de omvang en samenstelling van het wagenpark. Gezien de onvoorspelbare ontwikkeling van het voertuigbestand (en samenstelling daarbinnen) wordt voor de begroting en meerjarenraming conform de bestendige gedragslijn verondersteld dat er geen sprake zal zijn van groei of krimp in het voertuigenbestand binnen de provincie. Wel is rekenkundig uitgegaan van een jaarlijks indexering van het tarief met 1% per jaar. Meer informatie over de opcenten op de motorrijtuigenbelasting is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.
c. Dividend
De provincie ontvangt jaarlijks dividend als gevolg van een beperkt aandelenbezit. De dividenduitkeringen van de verbonden partijen over het boekjaar 2018 zijn bekend. Voor de jaren 2020-2022 wordt verondersteld dat die in lijn zullen liggen met de dividenduitkering over voorgaande jaren (exclusief incidentele extra dividenden).
d. Rente (saldo financieringsfunctie)
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit twee componenten:
- rente provincie: dit is rente die de provincie ontvangt op verstrekte leningen uit hoofde van de treasuryfunctie (aan gemeenten);
- overige rentebaten: dit is de rente die de provincie ontvangt op verstrekte overige langlopende leningen vanuit de publieke taak.
Zie voor meer informatie de paragraaf Financiering.
e. Overig (afwikkelingsverschil)
In de rekening 2018 was sprake van een incidenteel afwikkelingsverschil over voorgaande jaren.
Tabel 1.6: Saldo financieringsfunctie
2018 Rekening | 2019 Na wijziging | 2020 Ontwerp | 2021 Ontwerp | 2022 Ontwerp | 2023 Ontwerp | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rente provincie | -151 | -126 | -102 | -78 | -53 | -34 |
Overige rentebaten | -145 | -15 | -9 | -9 | -9 | -9 |
Totaal | -296 | -141 | -111 | -87 | -62 | -43 |
x €1.000 |
Kosten van overhead
De provincie Flevoland verantwoordt alle apparaatskosten (personeel en materieel) op het programmaonderdeel 7.4 Bedrijfsvoering. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV) moet in de financiële begroting een overzicht worden opgenomen van de geraamde kosten van de overhead. Dit betreft de totale apparaatskosten na aftrek van het personeel dat direct aan de taakvelden kan worden toegerekend. De provincie hanteert hiervoor de door de commissie BBV vastgestelde definitie. De kosten voor overhead zijn in tabel 1.7 gespecificeerd.
Tabel 1.7: Geraamde kosten overhead
Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal personeel en organisatie | 41.271 | 42.600 | 41.870 | 41.647 | 41.662 |
Af: direct personeel | -23.273 | -24.022 | -23.611 | -23.485 | -23.493 |
Saldo personeel en organisatie indirect | 17.998 | 18.577 | 18.259 | 18.162 | 18.168 |
Financiën, communicatie en jur. zaken | 598 | 466 | 466 | 466 | 466 |
Facilitaire zaken | 3.985 | 4.629 | 4.646 | 4.332 | 4.307 |
Informatievoorziening | 6.360 | 4.875 | 4.326 | 4.322 | 4.322 |
Totale kosten overhead | 28.940 | 28.547 | 27.697 | 27.282 | 27.263 |
x € 1.000 |
Tabel 1.8: Percentage personele overhead
Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
---|---|---|---|---|---|
Personele lasten indirect (onderst) personeel | 14.970 | 15.452 | 15.188 | 15.107 | 15.112 |
Personele lasten direct personeel | 23.273 | 24.022 | 23.611 | 23.485 | 23.493 |
Personele overhead in % | 39% | 39% | 39% | 39% | 39% |
x € 1.000 |
Stelposten, vennootschapsbelasting en onvoorzien
Tabel 1.9: Stelposten
Begroting 2019 na wijziging | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Loon- en prijsontwikkeling | 0 | 113 | 2.663 | 5.793 | 8.709 |
Vennootschapsbelasting | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Onvoorziene uitgaven | 115 | 150 | 150 | 150 | 150 |
Stelpost onzekerheden | 800 | 800 | 1.200 | 1.600 | 2.000 |
Stelpost nieuw beleid | 1.275 | 199 | 1.826 | 3.386 | 3.904 |
Totaal | 2.240 | 1.312 | 5.889 | 10.979 | 14.813 |
x €1.000 |
Loon- en prijsontwikkeling
In de begroting is een stelpost opgenomen die bedoeld is voor loon- en prijsstijgingen van salarissen voor provinciepersoneel, inkoop van goederen en diensten en het verstrekken van subsidies aan derden. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2020 is een deel van de stelpost ingezet om de begroting en meerjarenramingen op het prijspeil 2020 te brengen. De stelpost is daarna weer meerjarig op niveau gebracht om toekomstige kostenstijgingen ten opzichte van 2020 (prijspeil meerjarenraming) te kunnen dekken. Hiervoor zijn wij uitgegaan van de prijsontwikkelingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan 2019 van het Centraal Planbureau alsmede actuele inzichten ten aanzien van salarisontwikkelingen. Het restant van de stelpost in 2020 is beschikbaar voor de toename van werkgeverspremies, deze zijn op dit moment nog onbekend. Het verloop van de stelpost is in tabel 1.10 weergegeven.
Tabel 1.10: Inzet stelpost Loon- & prijsontwikkeling (L&P)
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|
Beginsaldo stelpost Loon- & prijsontwikkeling: | 4.525 | 7.675 | 11.050 | 11.050 |
Toegekend aan budgetten: | ||||
- goederen en diensten budgetten | -528 | -452 | -409 | -465 |
- subsidiebudgetten | -1.268 | -1.195 | -1.239 | -1.186 |
- investeringsbudgetten | -156 | -155 | -149 | -30 |
- salarisbudgetten | -2.260 | -2.260 | -2.260 | -2.260 |
Subtotaal toegekend aan kader in de begroting 2020 | -4.212 | -4.062 | -4.057 | -3.941 |
Saldo stelpost L&P na toekenning aan budgetten | 313 | 3.613 | 6.993 | 7.109 |
Bijstelling L&P op basis van actuele inzichten | -200 | -950 | -1.200 | 1.600 |
Stelpost Loon- en prijsontwikkeling begroting 2020 | 111 | 2.663 | 5.793 | 8.709 |
x € 1.000 |
Vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2016 zijn overheden onderworpen aan vennootschapsbelasting, indien en voor zover zij ondernemingsactiviteiten uitvoeren en daarmee structurele overschotten behalen. Op basis van de huidige stand van zaken is geconcludeerd dat Flevoland mogelijk een belastingplichtige activiteit voor de vennootschapsbelasting heeft, namelijk de participatie in Airport Garden City C.V. (OMALA). Er bestaat nog onzekerheid omtrent de hoogte van de af te dragen vennootschapsbelasting, daarom is een stelpost opgenomen van € 50.000.
Onvoorziene uitgaven
De post onvoorzien is bedoeld om in de loop van het jaar in te kunnen spelen op onvoorziene omstandigheden en nog enige flexibiliteit in de besteding van middelen te behouden.
Stelpost onzekerheden
Jaarlijks wordt in de begroting een stelpost Onzekerheden opgenomen. De reden hiervoor is dat er in de programmabegroting rekenkundige aannames worden gedaan, die in de praktijk anders kunnen uitpakken c.q. tot tegenvallers kunnen leiden. Door hiervoor begrotingsruimte te reserveren wordt voorkomen dat dergelijke tegenvallers direct leiden tot een niet sluitende begroting. Het gaat vooral om aannames met betrekking tot de grote inkomstenstromen, zoals de Provinciefondsuitkering en de opbrengst uit de opcenten MRB. De gedragslijn is dat bij de start van het begrotingsjaar een bedrag van € 0,8 mln. beschikbaar is op deze stelpost, welk bedrag jaarlijks oploopt met € 0,4 mln.
Stelpost Nieuw Beleid
De stelpost Nieuw Beleid geeft de begrotingsruimte weer. Begrotingsmutaties waarvoor geen alternatieve financiële dekking aanwezig is, bijvoorbeeld naar aanleiding van autonome ontwikkelingen of het coalitieakkoord, worden conform vigerend beleid verrekend met deze stelpost. Tevens zijn in deze stelpost een aantal oormerken opgenomen. Dit betreft gereserveerde middelen voor onderwerpen waar eerst een nadere uitwerking of besluitvorming noodzakelijk is. Hieraan liggen (vooralsnog) geen concrete bestedingsverplichtingen ten grondslag, waardoor indien nodig alternatieve inzet van deze middelen mogelijk is. Het verloop van de stelpost Nieuw Beleid ten opzichte van het financieel kader is onderstaand op hoofdlijnen weergegeven, evenals de nog aanwezige oormerken. In bijlage E van deze begroting is een gedetailleerd verloopoverzicht van de stelpost Nieuw Beleid opgenomen, alsmede een totaaloverzicht van de wijze waarop het coalitieakkoord 2019-2023 is verwerkt in deze begroting.
Tabel 1.11: Stelpost Nieuw Beleid
(-/- = negatief) | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|
Kader vrije ruimte Programmabegroting 2020 A | 670 | 0 | 0 | 0 |
Verwerkt in begroting 2020 n.a.v. autonome ontwikkelingen | -4.056 | -3.798 | -4.260 | -3.768 |
Verwerkt in begroting 2020 n.a.v. coalitieakkoord 2019-2023 | -6.149 | -5.749 | -5.749 | -5.749 |
Verwerkt in begroting 2020 n.a.v. overige ontwikkelingen | -130 | 138 | 330 | 356 |
Totaal mutatie stelpost Nieuw Beleid in begroting 2020 B | -10.335 | -9.409 | -9.679 | -9.161 |
Waarvan ten laste/gunste van oormerken Nieuw Beleid C | 9.665 | 8.693 | 10.473 | 9.523 |
Vrije ruimte stelpost Nieuw Beleid begroting 2020 A+B+C | 0 | -717 | 794 | 362 |
A. Bestaande oormerken: | ||||
- Houtribdijk strand 400m (kap.last investering a € 2 mln.) | 0 | 100 | 100 | 100 |
- SWUNG (kap.last investering a € 2,7 mln.) | 0 | 135 | 135 | 135 |
- Werelderfgoed Schokland | 50 | 50 | 50 | 50 |
- Vernieuwend Initiatief Prijs (PS 27-2-2019) | 50 | 0 | 50 | 0 |
B. Oormerken n.a.v. coalitieakkoord 2019-2023: | ||||
- Infrastructuur - Wegen (kapitaallasten) | 0 | 0 | 0 | 1.000 |
- Infrastructuur - Fietspaden (kapitaallasten) | 0 | 1.038 | 1.038 | 1.038 |
- Infrastructuur - Smart Mobility (kapitaallasten) | 0 | 1.120 | 1.120 | 1.120 |
- Schone leefomgeving | 100 | 100 | 100 | 100 |
Totaal nog geoormerkt | 200 | 2.543 | 2.593 | 3.543 |
Saldo stelpost Nieuw Beleid Programmabegroting 2020 | 200 | 1.826 | 3.386 | 3.904 |
x € 1.000 |